Burenplicht op de Haule
Het reglement buurtschap 3e buurt, Haule.
Oprichting Buurtschap 17-jan-1866 en het reglement gemaakt op 26-01-1923,
Dit document kwam door toedoen van Hielkje Westerhof, die het geërfd heeft van haar ouders, ter inzage van de Historische vereniging Haule en het bij deze dus gepubliceerd heeft met haar toestemming.
Het buurtschap 3e buurt , daar valt de polder dus ook onder aangezien Hielkje’s ouders daar woonden aan de Rendijk. Wat er precies allemaal onder viel is ons niet bekend, wel dat de Haule in 6 buurten verdeeld was.
Er zullen vast mensen zijn die hier het antwoord op kunnen geven.
Pieter Jonker schreef in de “Ovend” het blad van de “Stellingwarver Schrieversronte” het volgende ,
Bi’j oonze buurt op ‘e Haule weren nog tot in de zestiger jaoren van de vorige ieuw de Bureplichten nog volop in tel. As kiend zie ik nog de zwatte schammels aachter op ‘e zolder staon, die onder de doodskiste staon mossen. Aj’ an de beurt weren om tegere mit iene aanders van de buurt et leed an te zeggen in de buurt as d’r iene wegraekt was, haj’ ok et beheer over de schammels. Ik herinner me dat de jaorlijkse vergeerdering van de buurt bi’j lochtmaone in kefé Terpstra was en dat d’r boete betaeld wodden mos aj’ niet kwammen. De laeste keer dat mien mem, Margje Jonker – Veenstra, op de buurt iene ofleggen mos, herinner ik mie ok. Aenlik was dat de plicht van de naoste buren van weerskaanten.
Fardu Kromkamp was wegraekt., mar heur jonge buurvrouw had nooit wat mitmaekt en wus al hielendal niet hoe aj’iene ofleggen mossen. De jonge buurvrouw kwam overstur bi’j mien mem mit de vraoge of mien mem die zwaore taeke wel overnemen wol. Mien mem zee dat ze wel kommen zol, mar dat de jonge buurvrouw wel mithelpen mos. Ze mos et ofleggen wel leren vur mien mem, want zo lange de begraffenis verieniginge “De laatste eer”van de Haule dat nog niet overnam, mos de buurt mit starfgevallen redden kunnen. Teger mit de aandere buurvrouw (Grietje Hovinge – Legendal) wodde Fardu Kromkamp naor et oolde gebruuk, mar now deur drie vrouwluden oflegd.
Ondertussen zijn wij onderstaand bericht en artikel tegen gekomen uit de Leeuwarder courant van 07-01 1955
In café” Terpstra te Haule heeft Woensdagavond een groep mannen, vertegenwoordigende de gehele bevolking van het dorp, ernstig en lang gesproken over een zaak, die weliswaar in de eerste plaats Haule aangaat, maar die voorts ieder zal interesseren, die belangstelt in oude „wensten en brükmen”. Want oude zeden was het wel wat daar om de kachel in rustige open gedachtewisseling aan de orde kwam. Het betrof namelijk de vraag, of de „buurten” (de zes locale organisaties van de burenplicht) moeten worden opgeheven.
De Zuidoosthoek met zijn streekdorpen en langgerekte bebouwingen langs de compagnonsvaarten is van deze burenplicht een restgebied en ook in Haule komen nog iedere Januarimaand de bewoners van de Kerkbuurt, de Schoolbuurt, het Westende, West-twee, buurt vijf en buurt zes (jonge uitbreidingen’) samen om de zaken van het gemeenschappelijk hulpbetoon — dat in wezen alleen bij sterfgevallen verleend wordt te behandelen. ledere buurt heeft twee gecommitteerden en die kwamen nu, met het bestuur van die begrafenisvereniging, bijeen om zich te beraden over de situatie, waarin deze buurten zo langzamerhand zijn komen te verkeren.
Die situatie is deze: door allerlei moderne instellingen, zoals Groene Kruis. Gezinszorg. Begrafenisvereniging, Dorpsbelang en dergelijke ontvalt de bureplichtgemeenschap veel van haar werkterrein, dat zich vroeger ook over ziekte en geboorte en het gehele wel en wee der buurtschap uitstrekte. Praktisch is het alleen nog het aanzeggen van de buurtgenoten, het verschaffen van een bepaald aantal rouwbrieven voor adressen buiten het dorp en het bekleden (waartoe de beide buren aan weerszijden van het sterfhuis verplicht zijn), die de gehele buurtactiviteit uitmaken.
In Haule bespraken de gecommitteerden van de zes „buurten” de vraag, of de burenplicht moet worden opgeheven.
Bezwaren van de jeugd
Dat bekleden speelt een grote rol bij de vragen, of men de buurten zal opheffen en alles maar zal laten opknappen door de begrafenisvereniging, die nu ook al de wagen en de dragers levert en het klokluiden verzorgt. Enerzijds acht men het niet mogelijk in Haule vaste bekleders te vinden, anderzijds ontmoet juist dat verplichte bekleden tegenkanting van de jongere buurtleden Zij weten niet, hoe ze zich van die plicht moeten kwijten en zien op tegen de werkzaamheden, aan dit bekleden verbonden. Of, zoals een der aanwezigen het uitdrukte: „de measte jongeren binne bang fan in dea minske” Het schijnen dan ook vooral de jongelui te zijn, die de buurt toch van de baan willen hebben, al hoorden wij ook stemmen, die de burenplicht krachtig verdedigden met een beroep op de historische betekenis van deze zede; de band, die ze onderling geeft: de economische voordelen en de eisen van de praktijk. Ja zelfs de gezelligheden van de jaarlijkse „buertgearkomste” speelden bij sommige sprekers een rol. Tot een besluit in de zin van pro of contra zijn de gecommitteerden intussen niet gekomen. Onder hen waren de meningen verdeeld en zij zullen nu in de buurt verslag van deze bespreking uitbrengen om dan de burenplichten te laten stemmen. Binnenkort zullen we dus weten, of ook in Haule de moderne tijd met een ongetwijfeld oude instelling zal afrekenen dan wel. of de krachten van het behoud sterker zullen blijken.
In ieder geval was het een belangwekkende belevenis de gecommitteerden deze kwestie te horen behandelen. Broederlijk zaten oud-Stellingwervers en ingekomen „Friezen” in een kring en ieder vogeltje zong, zoals het gebekt is: de Friezen in het Woudfries, de geboren Haulers in het „boers” of „kroem”. zoals wij het Stellingwerfs hoorden noemen. Dat Stellingwerfs raakt overigens in Haule meer en meer op de achtergrond. Eensluidend verklaarden de aanwezigen, dat het dorp in de laatste dertig Jaar sterk verfriest is en dat. terwijl vroeger een Fries-sprekende inwoner een witte raaf was, nu van de 800 Haulers tachtig procent Stellingwerfs en Fries spreekt. Allerlei ingewikkelde taalverhoudingen zijn van die vredige Friese penetratie het gevolg, maar ze bestonden niet op deze gecommitteerdenvergadering, waar geen taalkwestie spanningen opriep, eenvoudig omdat men elkaar respecteerde en in zijn wezen liet. In dit opzicht kon deze gemoedelijke „ronde kachel-conferentie” voor sommige verontruste en bewogen „taalgeesten” een aanbevelenswaardig voorbeeld zijn!
Vragen van het bestuur
De eerste vraag: zijn er nog oude notulen, boeken of archieven van de buurt die bewaard zijn gebleven?
( Uit het reglement blijkt dat er een archief was )
De tweede vraag is: om eens op zolder of in kasten te kijken naar zulke documenten?
Het zou prachtig zijn als we reacties, in welke vorm ook zouden mogen ontvangen. Wilt u dan zo vriendelijk willen zijn deze reacties te sturen naar: info@historischevereniginghaule.nl
Bron: De Oavend, Pieter Jonker, Friese Koerier en Leeuwarder Courant