De slachtoffers van het herdenkingsmonument te Haule

Inhoud
1 Andries Hartholt
2 Tjeerd de Jong
3 Jan Terpstra
4 Hette Stelma
5 Egbert de Weerd
6 Markus Assies
7 Luitenant Richard l.Grow;

Andries Hartholt

Andries Hartholt

Andries Hartholt
Geb.;12 maart 1880 (Haule, gemeente Ooststellingwerf)
Ovl.;3 mei 1943 (Trimunt, gemeente Marum)

Woonde in Marum, A 442. Zoon van Johannes Olcherts Hartholt en Albertje Hendriks Berga.

Huwde op 21 september 1912 te Leek met Aaltje van Dijken (17 april 1888 Roodehaan, gemeente Noorddijk). Uit dit huwelijk zijn vijf kinderen geboren: Johannes 26 november 1913 Steenbergen, Dr. – 6 mei 1932 Marum; Dirk, 16 april 1916 Steenbergen; Albert, 13 april 1917 Steenbergen; Luikina, 5 november 1918 Steenbergen; Hendrik, 13 augustus 1925 Marum).

Boer. Gereformeerd. Lid verzet. Het gezin Hartholt stond bekend als voorbeeldig en zeer christelijk. Vader Andries was ouderling. Zijn zoons Albert, Dirk en Hendrik zijn tegelijkertijd met hem en nog twaalf anderen door een Duits commando onder leiding van de Bereichskommandeur Johann Gerhard Mechels gefusilleerd. De zestien slachtoffers werden ervan beticht dat ze tijdens de April-Meistaking barricaden (wegversperringen) hadden opgeworpen. Die beschuldiging raakte kant noch wal. De namen van Hartholt sr. en zijn drie zonen prijken op het Monument Slachtoffers Meistaking 1943 bij Glimmen, het oorlogsmonument op de executieplaats in Trimunt en het grafmonument op de Nederlands Hervormde Begraafplaats in Marum-West.

(Bron: Truus de Witte: Op een onbekende plaats begraven). 

Tjeerd de Jong

Tjeerd de Jong

Tjeerd de Jong
Geb.;02-02-1923 Dorpsstraat 45, Haule
Ovl.;6-4-1945 Wilhelmshaven.(D)

Tjeerd de Jong is door 3 landwachters van huis gehaald en meegenomen om in Duitsland te werk gesteld te worden.
Hij kwam in de buurt van Wilhemshaven te recht en is daar gestorven aan dysenterie en difterie, door dat ze hard moesten werken en weinig voedsel kregen, waren ze voor veel ziekte’s vatbaar.
Hij is begraven volgens de oorlogsgraven stichting op Friedhof Aldenburg  te Wilhelmshaven. Gemeente Wilhelmshaven, Provincie Stadtkreis Wilhelmshaven, Land Duitsland, Vak 18 A, Nummer 93, Ligging van het graf niet gevonden, Gedenkboek 42

De geschiedenis van deze meest jonge mannen uit Friesland, Drenthe en Groningen die in en bij Wilhelmshaven te werk werden gesteld,kunt u hier lezen.

Tjeerd zijn naam word ook nog vermeld  op een gedenkteken in Osnabrück 

(Mensen die meer willen weten hoe het de Nederlanders verging in de kampen bij Wilhelmshaven raad ik aan om het boek van Loes Dijk “De oorlog van mijn vader” te lezen).

 Flimpje van een gevangene uit kamp Wihelmshaven die met een boot terug kwamen in Delfzijl en daar liefdevol werden opgenomen.« Vorig Volgende » (Pagina 3 van 7)

Jan Terpstra

Jan Terpstra

Jan Terpstra,
Geb.;29-05-1920 Tonckensweg 7,te Haule
Ovl.;02–5-1945 te Wöbbelin Landkreis Ludwigslust. Onderwijzer, lid verzet

Hij is op zondag 29 oktober 1944 als 24 ­jarige jongeman gearresteerd op de Haule, Haulerdiek 4  en op 2 mei 1945 in een concentratiekamp in Wobbelin gestorven.

Herdenkingsdag door Jan From 

Een dag waarop wij stil staan bij de Nederlanders die gestorven zijn in oorlogsgeweld. De hedendaagse herdenking is breder dan alleen de Tweede Wereldoorlog; dat is in mijn ogen een goede zaak. Toch gaan mijn gedachten altijd weer naar de periode van 1940 – 1945. De reden is dat

mijn voornaam verbonden is aan de Tweede Wereldoorlog. Ik ben in 1946 op 31 maart geboren en had in de lijn van de toen geldende traditie van onze familie Willem Steven moeten heten, maar ik heb de naam van de jongste broer van mijn moeder Jan Terpstra gekregen. Hij is op zondag 29 oktober 1944 als 24-jarige jongeman gearresteerd in de Haule en op 2 mei 1945 in een concentratiekamp in Wobbelin gestorven. Kort voor hij stierf schreef ome Jan een brief aan zijn moeder; die wil ik u niet onthouden.

“Het is hier een tijd, je weet niet wat er gebeuren kan. Wij zien de Hollanders hier als vliegen sterven. Misschien is het vandaag of morgen mijn beurt. Mocht het gebeuren dan groet ik jullie voor de laatste maal. Ik word dan begraven in Wobbelin vlak bij Ludwigslust. Mijn gedachten zijn steeds bij U, Moeder, broer en zuster, houd je goed. Trijnke, lieve kind, je bent nog jong. Probeer me te vergeten, dat is het beste. Mijn eigendommen gaan jullie maar verdelen. Van al mijn foto’s is voor ieder de helft, mijn horloge is voor Moe, mijn leesboeken voor Trijnke. Mijn kleren zien jullie maar. Nogmaals, houd jullie taai hoor! Mijn pijp en riem zijn de enige artikelen die ik van mijn bezit over heb. Moe bewaar U de pijp en Trijnke draag jij de riem. Over enkele ogenblikken wordt er in mijn been gesneden. Nu maar afwachten. Hofstra, van harte gefeliciteerd. Bewaar de Paaseitjes maar. Daag.” 

Deze brief heeft zijn moeder en mijn oma vlak na de Tweede Wereldoorlog ontvangen van een mede-concentratiekampgevangene. Een toelichting van de namen: Trijnke was de verloofde van ome Jan en de naam Hofstra was de naam van zijn schoonvader.

Ik heb vandaag nog diverse andere activiteiten te doen, zowel zakelijk als politiek, maar om geen afbreuk te doen aan de dag, die voor mij in het teken staat van de Dodenherdenking en het respect dat al de mensen verdienen die in wat voor vorm geleden hebben of gestorven zijn door oorlogsgeweld, zal ik daar niet over schrijven.

Vanavond heb ik met Marry om 18.30 uur een Herdenkingbijeenkomst voor de gestorvenen en gevallenen van de Tweede Wereldoorlog in de Doopgezinde Kerk mogen bijwonen. Deze Herdenkingsdienst wordt ieder jaar georganiseerd door de gezamenlijke Kerken in Wolvega. Het thema van deze dienst was ‘Vrijheid maak je samen’. Voorganger van deze herdenkingsdienst was Ds. Arendshorst. Dominee gebruikte bij de uitleg van het thema de woorden die opgeschreven staan in Johannes 15 :13–15 en 1 Johannes 3: 8-16, waar Jezus uitleg geeft wat liefde en de daaraan verbonden vriendschap inhoudt in moeilijke tijden.

Daarna zijn wij naar de Algemene Begraafplaats gegaan om mee te lopen in de Stille Tocht. Op deze begraafplaats liggen de Weststellingwerfse oorlogsslachtoffers begraven, samen met 5 Engelse piloten. Deze piloten zijn in de omgeving van Wolvega met hun vliegtuig neergestort toen zij op hun terugweg naar Engeland, na een bombardement te hebben uitgevoerd in Duitsland, werden aangevallen door de Duitse Luftwaffe. Ook de Weststellingwervers die zijn omgekomen zijn in het voormalig Nederlands-Indië worden bij de dodenherdenking niet vergeten. Bij deze Stille Tocht valt het op dat het aantal bezoekers ieder jaar groter wordt; er lopen veel kinderen van de basisscholen uit Wolvega mee. Nadat de wethouder Wiepke Schukken namens B&W van Weststellingwerf het woord heeft gevoerd, werd de Stille Tocht onder het spelen van koraalmuziek door de Harmonie stijlvol afgesloten.

Voor vandaag sluit deze gedenkwaardige dag, die altijd weer bol staat van herinneringen aan een oorlog die ik niet aan de lijve heb ondervonden. Maar door het mogen dragen van de naam Jan mag ik er iedere dag aan denken dat ik een heel bijzondere voornaam heb. Deze dag staat voor mij altijd in het teken van Jan Terpstra, een jonge man van 24 jaar die uit het plaatsje Haule kwam en zijn leven heeft gegeven. Daardoor heeft hij er mede voor gezorgd dat ik in mijn leven nooit een oorlog mee heb hoeven maken. Hij was een van de velen! 

Bron; Jan From, Wolvega 

Hette Stelma

Hette Stelma

Hette Stelma
Geb.;16-04-1909 Zwetteweg 19
Ovl.; 29-10-1944, Haulerdiek te Haule 

Het verhaal hierachter; Op de Haulerdiek 4 werd op zondagmiddag 29-10-1944 een razzia uitgevoerd door de Zoll-Polizei die op de Balhof gelegerd was.
Ze zochten onderduikers die bij de fam. Kees Hofstra waren ondergedoken, deze bezaten ook wapens. Toen ze door kregen dat er gevaar dreigde gingen ze door de achterdeur naar buiten en gooiden hun wapens bij de buurman Luik (Zwetteweg 3) achter het huis weg en gingen door de petten en weilanden richting Donkerbroek. Op dit zelfde moment passeerde er een fietser uit Langedijke,die door de Polizei aangeroepen werd te stoppen. De man fietste echter door en er klonken schoten. Het had tot gevolg dat de man gewond aan een arm op straat terecht kwam. 

Twee toevallige Haulenaren die net passeerden Eize Bandringa en Hette Stelma die zich in de kogelbaan bevonden, reageerden op verschillende wijze en dit werd Hette Stelma noodlottig. Bandringa sprong in het slootje naast de weg en Stelma er overheen het weiland in en werd door een kogel dodelijk getroffen. Als represaille (omdat de onderduikers waren ontkomen) werd Kees Hofstra gearresteerd en verbleef hij twee weken in Crackstate in Heerenveen en ook de toevallig aanwezige vriend van de dochter des huizes Jan Terpstra onderging hetzelfde lot .
Jan Terpstra is niet teruggekomen uit Duitsland zoals u eerder kon lezen.

Egbert de Weerd

Egbert de Weerd

Egbert de Weerd
Geb.; 16-11-1916 te Oosterzee woonachtig te Haule Dorpsstraat 50
Ovl.; 15-05-1942 nabij Texel.

Egbert heeft als 15 jarige nog gewerkt bij Jan Martens Hof op de Haule. Later is hij gaan werken in Noord-Holland in Koedijk zijn broer Kerst werkte toen aan de andere kant van het Noord-Hollandskanaal in Kanaaldijk. Albert de Weerd, broer van Egbert, heeft toen de conclusie getrokken dat Egbert de mariniers die met verlof naar huis gingen vanuit Den Helder en dan langs Koedijk kwamen op motoren en in auto’s door Egbert werden gezien. Egbert zal wel gedacht hebben dat lijkt mij ook wel wat.

Egbert vond het boerenwerk toch al niets en dacht ik ga ook in het leger, aldus het verhaal van Albert.
Toen hij thuis was op de Haule, zei hij tegen Albert dat in het leger een betere toekomst lag, dan thuis in het stobbedollen.
In die tijd kon je voor 6 jaar tekenen met recht op een vaste baan na afloop, dat was heel wat in die tijd.
Ze moesten toen kiezen 2 jaar naar de west of 3 jaar naar de oost. Het werd de West namelijk Curaçao en daarna Aruba maar eerst kreeg hij een een opleiding in Nederland. In 1940 zat zijn tijd dienstverband erop en konden ze naar huis maar door de oorlog die uitgebroken was ging dit niet door. Het werd het 320 Dutch Squadron RAF dat was een maritiem squadron dat op 1 juni 1940 in Pembroke Dock werd opgericht als onderdeel van de Britse Royal Air Force. Van juni tot en met oktober 1940 stond het onder commando van Lt.Cdr. J. M. van Olm, daarna tot maart onder Lt.Cdr. Willem van Lier (1899-1976). Hun motto was “We Are Guided By The Mind Of Liberty”
Egbert werd boordschutter in een Hudson MarkIII
De boordschutters waren niet te benijden .Zij moesten het toestel beschermen tegen aanvallen van de Duitse jagers.Ze zaten in een nauw koepeltje van plexiglas, bovenop de rug van het vliegtuig. De vluchten duurden zo`n vijf, zes uur. Probeer je eens voor te stellen hoe dat geweest moest zijn. De motoren konden uitvallen, het kon plotseling slecht weer worden, er konden navigatie problemen ontstaan. Ze zaten daar in een torentje, dat erg koud was door de enorme tocht stromen. Ze kwamen steeds totaal uitgeput terug. Ondanks de eentonigheid moesten ze voortdurend alert blijven omdat ze elk moment onder vuur genomen konden worden door de veel snellere Duitse nachtjagers. Als dat gebeurde moesten ze allereerst tijdig aanwijzingen geven voor uitwijk manoeuvres aan de piloot”.
Na vele vluchten van uit Engeland op doelen voor de Nederlandse kust , vrachtschepen waren het doelwit, voerden 6 Hudsons op 15-mei-1942een offensieve patrouille vlucht uit tegen vijandelijk schepen voor de Nederlandse kust. Ze vlogen altijd op masthoogte om niet op te vallen, dit laagvliegen was wel risicovol.

De vliegtuigen hadden elk vier bommen van 250lb.of tien van 100lb. aan boord. Om 20.50 uur werd gestart in Engeland. Om 22.25 uur kwam de Hollandse kust ter hoogte van Den Helder inzicht. Men ging in noordoostelijke richting patrouilleren.
Om 22.30 werd op positie 53.30N.05.20O. een konvooi van 10 vrachtschepen, beschermd door een torpedojager waargenomen.
Onder hevig afweer geschut werd de aanval op masthoogte ingezet. Vier vliegtuigen boekten elk twee voltreffers en twee vrachtschepen vlogen in brand. Het vijfde vliegtuig werd door een vijandelijke jager achtervolgd. Door een zigzag koers te vliegen kon de Hudson zijn achtervolger afschudden.
Om 22.24 uur werd waargenomen dat een vliegtuig in de lucht explodeerde en de AE 525(een Mark III)”Malang” met als bommenrichter 2e Lt. Waarnemer J. M. Mulder van deze aanval niet terugkeerde moeten we aannemen dat dit vliegtuig bij Texel is neergestort. Aan boord bevond zich de Haulenaar, boordschutter Egbert de Weerd die hierbij omkwam.

Markus Assies

Markus Assies

Markus Assies
Geb.; 26 januari 1919 te Haule.
Ovl.; 6 juni 1944 te Overveen

Markus Assies werd op 26 januari 1919 geboren op de Haule als zoon van Jans Assies en Jantina Dokter. Markus was ongehuwd en werkte als ambtenaar op een onderafdeling van het Rijksbureau voor Voedselvoorziening te Assen. Zijn geloof was gereformeerd

Op 23 oktober 1939 werd Markus Assies aangesteld als vaandrig bij het Wapen der Infanterie. Tijdens de bezetting werd hij lid van het verzet, behorend tot de LO/KP-Drenthe en het Nationale Steunfonds. Assies, verzetsnaam “Max”, was actief bij sabotage acties, spionage en hulp aan neergekomen Geallieerde piloten en ondergedoken Joden, verzetslieden en personen die tewerkstelling voor de Duitsers wilden ontlopen, in Drenthe, Friesland en Groningen. Samen met zijn broer, boswachter Gerrit Assies, bracht hij velen hiervan onder in ondergrondse schuilplaatsen in de Staatsbossen bij Appelscha.
Markus Assies werd op 28 februari 1944 gearresteerd bij een inval door de Sicherheitsdienst in een huis waar hij aanwezig was bij een bijeenkomst van het verzet. Markus Assies kwam hierna met zijn medestrijders in handen van de zogenaamde “Bloedgroep Norg” door wie hij werd gemarteld. De Bloedgroep Norg opereerde in het Herenhuis van de Familie Tonckens, waarin zij in de kelder gevangen genomen verzetsmensen martelden tijdens verhoor. Vervolgens werd hij overgebracht naar het Huis van Bewaring in Groningen en werd regelmatig in het Scholtenhuis, het Hoofdkwartier van de Sicherheispolizei te Groningen, verhoord. Op 21 mei 1944 werd Markus Assies overgebracht naar Kamp Amersfoort en vervolgens naar het Concentratiekamp Vught.

Het Polizeistandgericht ‘s-Hertogenbosch veroordeelde hem, samen met 21 anderen ter dood op 2 juni 1944. Op 6 juni 1944 werd hij, samen met 28 anderen, in de duinen bij Overveen, Gemeente Bloemendaal gefusilleerd.

Zijn dood werd op 6 augustus 1944 in Den Haag bij akte A 1663 vastgelegd, waarbij vermeld werd dat hij in de Gemeente ’s Gravenhage was overleden.

De vader van Markus, Jans Assies, overleed op 30 januari 1945 in een buitenkamp van Kamp Neuengamme in de haven van Hamburg-Veddel, vermoedelijk aan ziekte of uitputting.

Op 4 mei 2017 is de naam van Markus Assies toegevoegd op het herdenkingsmonument in Haule.

Dit is gebeurd toen bleek,  na onderzoek van de Historische Vereniging Haule , dat Markus Assies geboren en gewoond heeft in Haule en vermoord is door de bezetter ook  in aanmerking kwam om zijn naam te vermelden op het monument .

Tijdens de dodenherdenking op 4 mei 2017 is deze plaquette met zijn naam onthuld door Tineke van Urk – Assies dochter van Gerrit Assies de broer van Markus.

Luitenant Richard l. Grow

Richard L Grow

Luitenant Richard l.Grow;
Geb.;17-08-1920  Mason city Iowa, USA.
Ovl.; Haule 22-12-1943

Lt. Grow werd geboren in Mason City op 17 augustus 1920, en volgde de  Harding school en was een junior op de middelbare school hier toen zijn familie verhuisde naar Waterloo. Hij studeerde af aan de West Waterloo middelbare school in 1937. Hij studeerde aan de Iowa State universiteit bij Ames 3 jaar ging de Army Air Corps maart 1942.

Lt. Grow ontving zijn opleiding bij Moore veld, Texas, op 10 november 1942, toen hij af studeerde als piloot in een P-47 Thunderbolt. Hij is getrouwd op 31 december 1942, met Dorothy Colli, Windsor Locks, Conn. Hij laat achter een zoon van 6-maand, Terry Wayne, die hij nooit heeft gezien.
487th Fighter Squadron, 352nd Fighter Group was het onderdeel waar hij bij vloog.

Lt. Grow werd begraven op Ardennes American Cemetery, Neuville-en-Condroz, België.

Uit het logboek van George Preddy wingman van R.L.Grow

On December 22, the 352nd lifted off to guard part of a returning force of 574 bombers that had savaged the marshaling yards of Münster and Onabrück. Preddy’s wingman that day was brilliant young concert pianist  Lieutenant Richard L. Grow. Just east of the Zuider Zee, the pair of Americans became separated from the rest of their flight during a swirling, confused dogfight in blinding cumulus clouds. Climbing back to the bombers’ altitude, they spotted a gaggle of six Messerschmitt Me-210s and 10 Me-109s chewing on the tail of a crippled Consolidated B-24 Liberator. Unhesitatingly diving into the interceptors, Preddy quickly torched the Me-210 nearest the bomber before the Me-109s could interfere. With the pack now chasing them, the intrepid Thunderbolt pilots plunged for the clouds. Preddy managed to outpace his pursuers, but the fighters on Grow’s tail apparently finished him before he could reach the fleecy cloud cover. The blossoming concert star never made it back to Bodney, but the limping Liberator, Lizzie, got home. Preddy was recommended for the Distinguished Service Cross for that action, but instead received his country’s third-highest award for heroism, the Silver Star. Lees meer:www.historynet.com/george-preddy

Op de terugweg na een bombardement in Duitsland waren er ook een tweetal Amerikaanse jagerpiloten die op die vlucht felle gevechten moesten leveren met Duitse jachtv!iegers.  Op een gegeven moment, tijdens een ogenblik van verminderde oplettendheid, werd dat één van de twee Amerikanen noodlottig. Hij kreeg een Duitse Me.BF109 ‘op zijn staart, die hij niet kwijt kon raken. Hij werd geraakt door het vuur van het Duitse toestel. De salvo’s sloegen in en le Lt. Preddy moest bij zijn terugkeer in Engeland melden dat hij zijn ‘Wingman had verloren. Het Amerikaanse jachtvliegtuig. een Republic Thunderbolt P47D, fabrieksno. 42-22487 met de ‘nickname’ ‘Topsy II’ van het 487e Squadron, behorende tot de 352e Fighter Group en opgestegen vanaf basis Bodney. stortte naar beneden. De piloot zag geen kans het toestel te verlaten. De wrakstukken werden pas na de oorlog, en wel in juni 1946. door Amerikaanse deskundigen geborgen en ook werden stoffelijke resten aangetroffen. Die resten werden geïdentificeerd als zijnde van le Lieutenant Richard L. Grow, zodat alsnog een officiële begrafenis kon plaatsvinden

Fokke Heida zoon van Jan Heida Dorpsstraat 6 waar het vliegtuig neerkwam schreef, Ik hoor nog steeds het geluid van het luchtgevecht en het gierende geluid van de Thunderbolt die in de aardappelopslag van ons erf terecht kwam. Dit was vlak achter de garage van Harke Landmeter. Al snel na het neerstorten stroomde ons erf vol met omwonenden en jeugd van de Haule. Plotseling riep iemand zoiets als: “De Duitsers komen”. Binnen de kortste keren was het erf zo goed als leeg. Alleen mijn vader en nog enkele mannen bleven achter. Al snel waren de Duitsers aanwezig. Zij hebben enkele weken inkwartiering geëist in ons huis. Bij Harke Landmeter was op dat moment een Joodse vrouw ondergedoken en deze is avonds naar Hendrik de Weerd gebracht omdat het bij Landmeter te gevaarlijk werd met al die Duitsers op het erf.

De marechaussee uit Oosterwolde schreef onderstaand procesverbaal van het neergestorte vliegtuig.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *