Haule heeft meerdere bakkers gehad in de geschiedenis. Van de eerste bakkers is niet veel bekend. Mensen bakten vroeger vaak hun eigen brood. Dit gebeurde thuis of in een gemeenschappelijke oven, vooral in dorpen. Men kneedde het deeg dan eerst zelf thuis. Soms was er één gemeenschappelijke oven op het dorpsplein. Buurtbewoners konden hun deeg naar de oven brengen en het laten bakken door iemand die hiervoor aangewezen was. Bij veel boerderijen stonden de z.g. stookhutten waar brood in gebakken werd en de was gekookt werd. Bij de Tonckenshoeve bevind zich nog steeds een stookhut.


In Haule vroeg W. G. Nonkens afkomstig uit Bakkeveen en kastelein op Haule nummer 40, bij de gemeente een vergunning aan tot het oprichten van een bakkerij. Dit is toen door de gemeente geweigerd. (Haule 40 is nu Dorpstraat 61 ) De reden hebben we niet kunnen achterhalen.

Feit is dat op 12 september 1898 Klaas Hellinga afkomstig uit Makkinga, een verzoekschrift indient bij de gemeente tot het oprichten van een bakkerij op hetzelfde adres, wat ook een herberg was.
Aan deze Klaas Hellinga afkomstig uit Makkinga , waar zijn familie ook een herberg bezaten, werd door de gemeente nog geen twee maanden later wel een vergunning toegestaan om een bakkerij op nummer 40 te beginnen. Vanwaar de ommezwaai?

Hellinga begint dus in 1898 een bakkerij annex herberg, winkel op waar nu dorpsstraat 61 is. In dat jaar staat er op 31 oktober een advertentie in de “Leeuwarder courant” dat Hellinga levertraan verkoopt van de firma Draaisma uit Leeuwarden. In een verslag van de rechtbank staat op 20-10-1900 was Trijntje V., als dienstmeid bij de veehouder H. Bergsma te Haule. Zij ging om couverten en papier naar K. Hellinga. In diens winkel zag zij een krentenbrood staan, dat zij zich toe-eigende. Een gedeelte van het brood werd in den kelder bij Bergsma teruggevonden. Beklaagde bekende het feit, zij had het brood gekregen, om haar honger te stillen. Eis 14 dagen gevangenisstraf. De Herberg trok ook nogal eens vechtersbazen aan, op 16 jan. 1903 was ene G.B. uit Haulerwijk aanwezig in de herberg . Het kwam toen tot een grote vechtpartij. Willem Meek en Jacobje Bergsma ,die anderen op verzoek naar huis vergezelden, werden door G.B. mishandeld. De eis bij de rechtbank te Heerenveen bedroeg 14 dagen gevangenisstraf. in de herberg werden ook vaak verkopingen en sociale verhandelingen verricht, wat in die tijd de gewoonte was.


Op 24-01-1903 staan er twee advertenties op één pagina in het Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s courant. In de ene wordt de keuterij met herberg en winkel voor 2 of 5 jaren te huur aangeboden en in de andere verklaart Klaas Hellinga deze opnieuw gehuurd te hebben.


Het pand op wat nu dorpsstraat 61 is, heeft vele eigenaren/huurders gehad. Na Hellinga die in Duitsland overleden is kwam H. Hof er als kastelein ( 1903-1907) In 1914 breekt er brand uit doordat een lamp omver werd gestoten bij een vechtpartij waar wel 20 personen met stoelen gooiden. De herberg van Wytze Mulder die dan de eigenaar is, blijkt meerdere malen een plaats waar gevochten wordt bij het nuttigen van het alcoholische.
In 1921 komt de Herberg te koop en word verkocht aan Barteld Russchen voor f 7169,- Barteld sluit dan het café.
1911
Dan begint rond 1911 J. Bergsma een bakkerij op de Haule in een dan nieuw gebouwd pand met daarin een winkel met bakkerij. Gebouwd door C.de Wit uit Oosterwolde voor f1750,-. ( Nu Dorpstraat 43) Bergsma zet de bakkerij in 1925 alweer te koop. Deze Bergsma had meerdere dochters die bij de korfbal vereniging V.Z.K speelden. toen Bergsma de bakkerij verkocht had aan A.R. Bosma, ging hij verhuizen en zat de korfbalclub met een gebrek aan dames.

De bakkerij werd dus verkocht op 12-01-1925 aan Andries R. Bosma voor f 7500. met inbegrip van winkelopstand, broodkast, bakkerij inventaris als stookpot, trog enz. en de broodwagen, kedde met tuig en takkenbult. geschatte waarde van al deze zaken f 1000. In 1929 zet de bakker verschillend zaken weer te koop.



Linksvoor was de winkel de 2 ramen in de zijgevel die je dan ziet daar was de woonkeuken. Als je door de deur binnenkwam dan bevond zich daarachter rechts waar het raampje in de gevel zit een vertrekje waar roggebroden en ander voorraad zich op planken aan de wand bevonden. De achterste lange schoorsteen was van de bakoven die gestookt werd met takkenbossen. Deze takkenbossen werden door en leverancier per vrachtauto bezorgd en werden in een grote bult opgeslagen achter de bakkerij. Met sinterklaas werden er taai taai poppen gebakken en in lettervormen van glas of plastic werd warme chocolade geschonken die dan opstijfde en als chocolade letters werden verkocht. Bij mijn weten werden er alleen maar puur chocolade letters gemaakt. Graag mocht ik in de bakkerij kijken hoe het deeg werd gemaakt en dan in het bakblik ging, waarna Rinze met een schaar er een gleuf in knipte waardoor er na het bakken lekkere puntjes op zaten. Het z.g. knipbrood. Het brood werd in de winkel ook verkocht en werd dan omwikkeld met papier. Dit papier stond in een stander als afscheur rol op de toonbank.
In de 60er jaren kreeg Bosma een elektrische oven en waren de takkenbossen niet meer nodig om de oven te verwarmen.

Rinze Bosma heeft zich in 1962 aangesloten bij Vebogo uit Donkerbroek, waar alle bakkers uit Donkerbroek en Haule in verenigd waren. Bosma bleef eerst nog wel brood verkopen in de winkel tot 1968. Maar heeft daarna het pand verkocht waarna er geen bakkerij meer op de Haule bestond.

Bronnen:
Delpher
Eigen archief

