Jans Assies, geb.: 09-1-1888 te Een en Jantiena Dokter.: geb.02-03-1893 te Peest, komen 1 mei 1914 naar de Haule nummer 44 (Dorpsstraat 94) te wonen. Als beroep staat landbouwer vermeld bij de gemeente Ooststellingwerf.
Zij krijgen op dit adres 4 kinderen te weten,
Gerrit: geb. 18-05-1914,
Jan: geb. 26-01-1916,
Albert: geb. 06-03-1917 wordt later Burgemeester van Loppersum.
Markus: geb. 26-01-1919.
Het gezin is 29 november 1919 verhuisd naar de gemeente Norg, Veenhuizen.
Vader Jans Assies is lid van het verzet tijdens de 2e wereldoorlog, 12 dec 1944 wordt hij gearresteerd door Sanner van de beruchte “Bloedploeg Norg”.
Jans Assies is dan werkmeester bij de RWI in Veenhuizen. Na zijn arrestatie komt hij in Neuengamme terecht waar hij op 30 januari 1945 in een buitenkamp in de haven van Hamburg-Veddel aan uitputting is overleden. Na de oorlog is Jans Assies herbegraven op de Protestantse Begraafplaats Veenhuizen.
Brief van Jans Assies als hij in de 1e wereldoorlog onder de wapenen is gelegerd in Apeldoorn
Albert Assies (alias Ab) Hij begon zijn ambtelijke carrière als volontair bij de gemeentesecretarie van Ooststellingwerf. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte hij bij de gemeente Norg en daarnaast was hij net als zijn vader betrokken bij het verzet.Veel jonge mannen doken toch maar onder in Veenhuizen om aan de gedwongen tewerkstelling te ontkomen. Verkleed als gedetineerde konden ze zich nogal eens vrij bewegen. Tijdens de razzia’s van eind 1944 werden ze soms als gevangene ingeschreven en ingesloten in het cellengebouw van het tweede gesticht13. De voor hen bestemde voedselbonnen kwamen voornamelijk via het distributiekantoor van Norg, gelegen achter het gemeentehuis aan de Asserstraat. Albert Assies, zoon van Jans, werkte op de secretarie van het gemeentehuis in Norg en leidde de verzetsbeweging en het Nationaal Steunfonds. meer, voornamelijk Amsterdamse joden .
Ze verrichtten diverse klusjes in het bos en dhr. Kisch, alias Dirk, deed zelfs de boekhouding voor Gerrit. Al vrij gauw vonden toen ook de eerste geallieerde piloten, die door zijn broer Max (Markus Assies)gebracht werden, een onderkomen in het bos. De mogelijkheden die de bossen boden, kregen bij de verzetsbeweging steeds meer bekendheid en halverwege 1943 zat er een zeer gemêleerde groep, die bestond uit een aantal studenten van de VU te Amsterdam en van de RHBS te Assen. Ook jonge mannen, die aan de arbeidsinzet wilden ontkomen, en leden van de ondergrondse konden er terecht. Met het groter worden van de groep, groeide ook het netwerk van helpers. De meeste van hen werkten voor het Staatsbosbeheer of waren landbouwers en bewoners uit de buurt. Daardoor kwam Gerrit steeds minder vaak thuis. Hij ging erop uit en pleegde met anderen overvallen op distributiekantoren om aan de groeiende vraag naar voedselbonnen te kunnen voldoen. De boswachterij had zijn handen vol om deze groep – een soort diaspora in het klein – te verzorgen en in de hand te houden. Toch lag maar al te vaak het gevaar van verraad op de loer. Begin maart 1944 was hiervan sprake en moest Gerrit noodgedwongen uitwijken naar Steenwijk. Hier zette hij het werk van Ab Hoorn voort en werd hij de leider van een knokploeg in Steenwijk. Vanwege een te verwachten huiszoeking regelde men voor Bram, omdat hij van joodse afkomst was en vlak bij de boswachterswoning zat, eerst een nieuw onderduikadres in Kalenberg.
Gerrit Assies
Max en zijn broer Gerrit,die boswachter was in Appelscha, bouwden schuilhutten in de bossen ten behoeve van piloten, joden, verzetsmensen en iedereen die om wat voor reden dan ook moest onderduiken.
In februari 1942 had Gerrit hier al piloten verstopt. Ze bivakkeerden in tenten alvorens ze verder werden geholpen richting het zuiden. Niet lang na Max zijn arrestatie was Gerrit genoodzaakt om op 19 april 1944 uit de bossen te vertrekken naar Steenwijk, waar hij K.P-leider werd.
Zijn vrouw Brechtje Breeuwsma was zwanger toen de S.D. een inval in de boswachterswoning deed. Ze werd meegenomen in een open auto en reden met haar door de uitgestrekte omgeving van de boswachterij. Terwijl ze haar onder schot hielden, probeerden ze haar te dwingen de onderduikholen
aan te wijzen.
Ondanks deze angstige situatie heeft ze niets verteld. Ook al werd Gerrit zwaar gezocht door de Gestapo, toch kleedde hij zich in een Duits uniform en ging op september zonder blikken of blozen op kraambezoek bij zijn vrouw en pasgeboren dochter Tineke in het ziekenhuis van Leeuwarden. Gerrit had wel meer van dergelijke sterke stukjes uitgehaald
Gerrit is op 87 jarige leeftijd overleden op 18-10-1987 te Hoogeveen
Markus Assies (alias Max) was in 1939-1940,ten tijde van de mobilisatie vaandrig der Infanterie en werd ook slachtoffer van de “Bloedploeg Norg”. Na de caputilatie in 1940 van Nederland werd hij rijksambtenaar te Assen.Hij is lid van de LO en KP in Assen. De man uit Haule is betrokken bij vele verzetsactiviteiten als het voorbereiden van overvallen (Joden,gezochte verzetsmensen studenten en onderduikers van de arbeidsinzet) worden met behulp van zijn oudere broer Gerrit, een boswachter,ondergebracht in ondergrondse schuilhutten in de Staatsbossen bij Appelscha. Geallieerde piloten worden ook door Max hierheen gebracht. Ook is Max betrokken bij het Nationaal Steun Fonds.
28 februari 1944 doet de Sicherheidsdienst een inval op een adres in Assen waar Markus Assies aanwezig is bij een verzetsbijeenkomst.
Hij en zijn collega’s komen in handen van de “Bloedploeg Norg”. Nadat hij in Groningen vastzit in het huis van bewaring word hij overgebracht naar Kamp
Amersfoort en enkele dagen later naar naar Kamp Vught. Samen met 21 collega’s wordt hij door het Polizeistandgericht in ‘s-Hertogenbosch ter dood veroordeeld.
Markus Assies wordt geëxecuteerd in Overveen op de dag van de Invasie in Normandië, 6 juni 1944. In 1946 wordt hij herbegraven op Overveen in Bloemendaal en is hem postuum het Verzetskruis toegekend. Het Verzetskruis is een zeer hoge onderscheiding, die aan een kleine groep verzetsstrijders is toegekend, ongeveer honderd personen.
In Veenhuizen staat een monument waar Jans en Marcus Assies op vermeld staan.
De volledige geschiedenis van de fam. Assies kunt u lezen in een bijdrage van de auteur Henriëtte J. van Dijk genaamd, “De ondergrondse in ’t veen”.
Uit bewonersregister Haule 1910-1920 blijkt dat de fam Jans Assies 4 kinderen kreeg op het adres 44. ( Nu Dorpsstraat 94)